zondag 13 januari 2008

Uiltje knappen

.

Onze meiden zijn slaapkoppen. En dat zeg ik niet alleen omdat zij (en wij ook!) zich de eerste de beste schooldag van dit nieuwe jaar hebben verslapen. Oeps. Maar ze houden ook gewoon van lekker lang slapen. Al zijn ze nu al 3 en 5 jaar, nog steeds gaan ze met grote gretigheid regelmatig ’s middags naar bed om pas 2 uur later weer heerlijk (of soms chagrijnig) wakker te worden. Van wie zouden ze dat hebben?
Okay, ook ik hou er wel van een gat in de dag te slapen, en even doezelen in de middag ervaar ik als een groots genot. Zijn wij dus een familie van luiwammesen en nietsnutten? Integendeel. En gelukkig krijgen we bijval van de wetenschap. Slapen maakt je namelijk slimmer, zo is sinds kort aangetoond. Wij zijn dus niet lui, maar gewoon aan het leren met onze ogen dicht. Hoe dat werkt is nogal ingewikkeld uit te leggen. Maar het belangrijkste is dat onze hersenen een soort replay-functie blijken te hebben. Terwijl je slaapt wordt alles wat je hebt meegemaakt en geleerd nog eens afgespeeld in je hersenen, alleen dan zeven keer zo snel. En met dit herhalen wordt het steviger in je hersenen verankerd, je weet en onthoudt het daardoor dus beter. Als je niet zou slapen zou je zelfs alles weer snel vergeten zijn. Slapend slim worden dus. Niet dromen, maar leren. Klinkt mooi toch? En ik maar denken dat de schooltijd zo belangrijk is. Zouden we die school niet beter ’s nachts kunnen opengooien, alle tafels en stoelen er uit en bedjes erin? Hebben ze die sommen en topografie een stuk sneller geleerd.

Ook biedt deze wetenschap een superargument om mijn twee meiden voortaan naar bed te krijgen als ze weer eens rekken en zeuren. “Pap, ik wil nog niet naar bed. Eerst nog deze puzzel afmaken, pleeeeaaaase!”. Vanaf nu is het resoluut “Nee! We gaan nu naar bed, want morgen maak je de puzzel veel sneller en makkelijker.” Ik verzin het niet zelf. Je hersenen blijken ’s nachts door te werken aan problemen die ze overdag nog niet opgelost hadden en komen zo al dromend tot een oplossing.

Meer dramatisch geeft deze kennis ook een hele andere kijk op alle nachtelijke ellende die je kado krijgt met kleine kinderen. Nachtelijke voedingen, beertje gevallen, speentje kwijt, in bed geplast, monsters onder het bed, spoken die op het raam kloppen? Het schijnt dat ouders in het eerste jaar van hun baby zo’n 400 tot 750 uur slaap missen. Dat zijn dus 50 tot 100 nachten! Elk uur wakker scheelt al gauw enkele punten intelligentie. Tel uit je verlies; kinderen maken je dus werkelijk dommer. Ben ik nog blij dat ik geen kroost van 10 heb rondlopen. Ik denk dat ik maar gauw weer onder de wol kruip, een uiltje knappen heet dat geloof ik. Uilen zijn namelijk hele intelligente wezens… Welterusten!


(Verschenen als column in de schoolkrant City-kids)

Is er nog hoop in de puin?

.

Wat is toch het geheim? Hoe doet iedereen dat toch? Nee, ik bedoel niet opvoeden, al is dat ook een erg interessante vraag. Maar hoe blijft ieder de chaos van een gezinsleven de baas? Zijn wij de enigen bij wie het water –lees de troep in huis- regelmatig aan de lippen staat? Drie keer per dag ontploft er bij ons thuis een bom. Althans zo doet de aanblik van onze huiskamer dan vermoeden. En ik zeg drie keer omdat we heus wel ons best doen om alles weer op te ruimen. Pyamaatjes weer naar boven, alle schoenen naar de gang, broodkruimels uit de bank, alle stiften en potloden verzamelen in alle uithoeken van de kamer, lego terug in de doos, alle puzzelstukjes weer bij elkaar, halfvolle drinkbekers naar de keuken, rondslingerende knuffels naar de speelhoek enzovoorts. We doen het allemaal, keurig met hulp van de kinderen. Maar 3 uur later zijn we weer terug bij af. Eén grote bende. Daar valt toch niet tegen aan te organiseren? Hebben we vakantie of een paar dagen vrij dan investeren we steeds vol goede moed in een zoveelste reorganisatie van handige opbergkastjes, dozen, ladensysteempjes, met stickers en duidelijke herkenbare etiketten die vermelden wat waar in zit. Maar helaas houdt het vaak nog geen maand, wat zeg ik enkele weken stand. Opnieuw ontploft er een bom. Net als in mijn hoofd overigens. Want ik word er bepaald onrustig van. Zeker als ik ook onze meiden af en toe sterk ADHD-achtig gedrag zie vertonen en vrees dat de oorzaak ligt in onze structuurloze leefomgeving. Al is er structuur zat. Alleen functioneert die niet. Dus inderdaad, hoe doet iedereen dat toch?
Tuurlijk is het best leuk om te lezen dat ook het genie Einstein een bureau had dat oogde als een varkensstal. Eén van zijn professoren die dit ooit aanschouwde merkte toen fijnzinnig op: “Er wordt wel eens gezegd dat een rommelig bureau een weerspiegeling is van een rommelige geest”. Waarop Einstein droogjes schijnt te hebben geantwoord: “Ik ben benieuwd wat een leeg bureau dan weerspiegelt”. Maar af en toe verlang ik zo naar een leeg huis en een lege geest. Juist ook voor de kinderen. Of is dat een illusie met deze professionele rommelmakers. Kun je je iets voorstellen bij een zen-kinderspeelkamer? Vol lege muren en harmonisch geordende stenen, knuffels en bloemen op de vensterbank? En in plaats van ‘Stil nu! Wat rustiger spelen alsjeblieft!’ sla je gewoon op een tibetaans klankschaaltje? Misschien kan het. Maar dan hebben wij nog een lange weg te gaan. Of zou er, heel misschien een middenweg zijn. Zoiets als Zen en de kunst van het rotzooi maken?