zondag 2 september 2007

Oppas of kindermishandeling?

.

Toen we eindelijk ons nieuwe huis gevonden hadden en Mara het nachtelijke spoken ontgroeid leek te zijn durfden we het eindelijk aan: zoeken naar een vaste oppas. We vonden er twee, Marlijn en Marlou, en het beviel zo goed met hen dat we al snel de smaak te pakken kregen. Tot vanavond. Het dilemma waren we al eerder tegengekomen: vertellen we het de kinderen, en met name Jade, of niet? Marlijn kwam namelijk pas om 20 uur, en meestal liggen de kids dan al op bed en merken ze er dus verder eigenlijk niks van. Tenzij ze natuurlijk wakker worden als wij weg zijn en ze plots een oppas aan hun bed krijgen in plaats van mama of papa. Dat was ook al een keer gebeurd, maar had Marlijn verder prima opgevangen. Spannend aan het wel van tevoren vertellen is dat Jade daar vervolgens een klein drama van gaat maken. En ons lekkere avondje in de soep dreigt te lopen.
Deze avond pakte het net ongelukkig uit en ligt Jade nog niet in bed als Marlijn al aanbelt. Ik ben nog bezig haar verhaaltjes voor te lezen, en vertel bij de nachtzoen dat wij zo een paar uurtjes weg zullen gaan en Marlijn beneden zit voor als er iets is. Maar dan moet je Jade heten… “Ik wil niet alleen…”. “Ik vind het eng als jullie…”. De enige strategie die ik weet te bedenken is heel rustig blijven en proberen met warmte en liefde goed afscheid te nemen. Bij Jade kan dat heel nauw komen. “Nog één vlinderkusje papa”. Vooruit, ik speel het spel nog even mee. “En lichtje op de gang moet aan he papa”. “Ja Jade, lichtje blijft aan”. Als ik de deur dichttrek klinkt er echter al onmiddellijk een ijselijk “papa!”. Deur weer open, “Ja, wat is er meisje?”. “Ik moet nog doekje”. Gut, dat is waar ook, en ik pak een doekje uit haar kast. Welterusten, en deur weer dicht. “Papa”. “Ja”, zeg ik ditmaal van achter een gesloten deur. “Ik wil nog drinken”. Zucht. “Drinken staat al op de vensterbank lieverd”. Ondertussen staat Judith met de jas al aan onderaan de trap en is duidelijk geïrriteerd. “Ik ga nu weg hoor, en trap daar nu niet in met haar, kom gewoon mee”. Onmiddellijk begint Jade weer te huilen. “Ze doet het er gewoon om, ze manipuleert je en jij trapt daar nog in ook. Kom gewoon, dat is zo voorbij”. Ik open de deur en zeg Jade dat ze nu toch echt moet gaan slapen. Snikkend slaat ze haar armen om me heen. “Ik ga jullie missen papa. Ik vind jullie zo lief, zo lief”. Dit is echt teveel voor mijn papa-hart. Ik hoor Judith beneden woest de deur dichttrekken, terwijl ik Jade’s hand vasthoud en voel hoe ze niet van plan lijkt die weer los te laten. Snikkend vraagt Jade of ze nog mag zwaaien naar me vanuit haar raam. “Tuurlijk, dan krijg je nog een vlinderkusje door het raam”. Snel grijp ik deze kans met beide handen aan, glip naar beneden en zeg de oppas snel dat het nu goed lijkt te gaan. Buiten start Judith al de motor van de auto. Terwijl ik de voordeur zachtjes dicht trek kijk ik naar boven en stuur een vlinderkusje naar Jade die haar snoet tegen haar raam drukt. Hoor ik haar snikken of ben ik er alleen bang voor? Even weifel ik nog een moment om goed te luisteren of het huilen niet toch weer begint, en dan stap ik in de auto. We zwijgen. Ik in gedachten nog steeds bij het bed van Jade. Kunnen we dit maken? Zijn we niet overhaast vertrokken? Zit Marlijn dadelijk met een totaal overstuur en ontroostbaar meisje? Natuurlijk gaat ze dan bellen, maar het leed is dan al geschied. Ik doorbreek het zwijgen en vertel Judith hoe moeilijk ik dit vind en baal van de manier waarop het nu gaat, ook tussen ons. Zij kat terug dat ze evenzo baalt van mij en ik me veel te veel laat inpakken door Jade. “En dat weet ze, en zo gebruikt ze je gewoon”. Lekker, we hebben weer ruzie. Ons avondje uit is begonnen.
.

De kindvriendelijke kroeg

.

Vandaag was Bauke op bezoek. Toen Jade dat hoorde reageerde ze meteen “Is dat die hele lange dunne? En die ook zo haar heeft als Mara?” Ja, Bauke is dun en inderdaad bijna kaal. Maar het was gezellig, al zag ie de kinderen ook van hun hele drukke kant. Toen Jade en Mara eindelijk in bed lagen en we genoten van de weelderige rust vroeg ik Bauke welke indruk het op hem had gemaakt om bijna een hele dag zo intens in ons gezinsleven te duiken. Tja, hij was toch ook wel geschrokken. Vooral in de kroeg toen we, nadat Judith hem had gepusht om zijn biertje toch vooral wat sneller leeg te drinken, na krap een uur alweer buiten stonden. Ja, ons leven is echt anders geworden.
Door zo’n dag lang met Bauke op te trekken en de verhalen over zijn leven en zijn, nu bijna acht maanden nieuwe relatie te horen realiseer ik me weer sterker hoe de kinderen ons leven hebben veranderd. Drastisch! Neem het avondeten. Uitgebreid dineren is er niet meer bij. We hebben vandaag hooguit een uur aan tafel gezeten, en zijn in die tijd vooral druk met zorgen dat de kinderen in ieder geval iets fatsoenlijks binnen krijgen, ondertussen druk met doekjes en slabben in de weer om de kliederboel zoveel mogelijk te beperken. Ik ben er al helemaal aan gewend. En kan er eigenlijk nog wel van genieten ook! Toch is het vreemd om me vandaag met Bauke weer te realiseren dat het ook heel anders is geweest en ook nog had kunnen zijn. Het tijdperk in mijn leven vóór die twee meiden alles bij ons op z’n kop zetten.
Wat er vooral veranderd is, is mijn beleving van tijd. Vroeger (hoor mij nou!) was ik echt baas over mijn eigen tijd. Ik sliep wanneer en hoe lang ik wilde. Ik ontbeet wanneer het uitkwam. Avondeten om 18 uur, maar als het zo uit kwam net zo makkelijk om 21 uur of helemaal niet. Nu dicteren die twee lachebekjes, of moet ik zeggen monsters mijn dagindeling. En als het me lukt ze toch nog mee een kroeg in te lokken jagen ze me er binnen een uur alweer uit. Of ik moet de woedende gezichten van de overige kroegbezoekers trotseren als Jade en Mara luid joelend de stoelen op en af klauteren en onder de tafels door kruipen waarbij ze soms ons been en soms ook een been van een vreemde blijken beet te hebben…
Ach ja, tijd. Met kinderen merk ik ineens dat er tijd in overvloed is, want de kinderen leren me dat elk moment even geschikt is om te spelen en intens te genieten van deze wondere wereld. En tegelijker-tijd lijkt die tijd ineens ook niet meer van mij, maar van de kinderen. Zij amuseren zich een ongeluk –soms letterlijk- bij de schommel en zandbak, maar wil ik daar óók zijn en mijn tijd verdoen? Als we naar de kroeg gaan maken de kinderen daar net zo makkelijk een speeltuin van. Maar kan ik net zo makkelijk in de speeltuin het kroeggevoel oproepen? En wat is dat kroeggevoel dan, want zo vaak en zo graag zit ik daar toch ook weer niet? Het is meer een gevoel van tijdloosheid die ik daar kan ervaren, zorgeloosheid, even buiten alle verantwoordelijk-heden van het leven je onderdompelen in een roes vol hoop, verlangen, melancholie of vervoering. Het leven met kinderen is ook zo serieus. Als ik een keer m’n dag niet heb en strontsjagrijnig ben is het hele gezin de klos! En voel ik me natuurlijk schuldig. Dus ga ik niet een dag lang mokken in bed met de dekens over m’n hoofd, maar probeer er het beste van te maken. Doe niet langer de hele dag waar ík zin in heb, maar probeer het vier mensen naar hun zin te maken. Gelukkig gloort er hoop: de kindervriendelijke kroeg lijkt in opmars…
.

zaterdag 1 september 2007

Help, mijn kind gaat naar school!

.

Het is zover, Jade is bijna 4 jaar en het grote moment is daar dat ook onze kleine prinses de overstap gaat maken naar de ‘grote’ school. En tot mijn eigen grote verbazing zet dit al wekenlang míjn leven op z’n kop. Jade zelf niet, die lijkt zich er simpelweg vooral op te verheugen. Bij ons eerste bezoekje aan haar klas, bij juf Maaike kreeg Jade van haar een kaart met daarop een afbeelding van Dikkie-Dik in grote laarzen en op de achterkant de gegevens van de dag en tijd waarop ze voor het eerst verwacht wordt op school. Met glimmende ogen nam ze de kaart in ontvangst om deze vervolgens de afgelopen twee weken niet meer los te laten. Overal nam ze de kaart mee, zette ‘m in de vensterbak als ze ging spelen, of naast haar bed als ze ging slapen. Aandoenlijk! (En zou zo’n juf zich dat realiseren?)
Wat de stap naar de grote school bij mij oproept is mijn hele eigen geschiedenis met school. Natuurlijk ook nog omdat het mijn vak is, leraar zijn en zelfs leraren trainen en opleiden voor hun taak met die kleine prinsesjes. Nu het m’n bloedeigen allerkostbaarste schatten aangaat kijk ik toch echt heel anders naar al die meesters en juffen! En ik mijmer terug naar mijn eigen lagere school tijd. Hoe ik in slaap viel tijdens het kerstontbijt op school. Of als een topsporter thuis de topografie van Drenthe zat te oefenen. Genoot van de weekafsluitingen waar afwisselend een klas toneelstukjes opvoerde en Toppop imiteerde. Al die hoogtepunten die ik mijn meisjes ook zo gun. Maar ook pijn en angst om de zaken die ik gemist heb. Hoe ik nu soms jaloers kan zijn op al die kleuren en creativiteit op de Vrije school. Of een kennismaking heb gemist met de verhaaltradities uit de wereld, de huiverende schoonheid van muziek, of het doen van een levensecht project in je eigen wijk of stad. En ik merk dat mijn hart dan helemaal open gaat. Voor wat er met mijn lieve Jade staat te gebeuren. En ook voor wat er met mij staat te gebeuren. Aan wie vertrouw ik haar toe? Hoe zal het haar vergaan? Krijgt ze daar wel het aanbod en de uitdaging die ik haar zo graag zou gunnen? Hebben haar juffen de ‘diepte’ en ‘het Grote Hart’ waarvan ik vind dat Jade het verdient? Zijn deze juffen en meesters hun vak wel echt ‘meester’?
En tegelijkertijd voorvoel ik hoe deze stap ook het contact tussen óns zal beïnvloeden? Ze stapt nu echt de grote mensenwereld binnen. En het voelt toch alsof ik haar zo een beetje kwijtraak. Los moet laten. Dat merk ik al als we haar de eerste schooldagen ophalen van school en verwachtingsvol vragen hoe het geweest is. Meer dan een neutraal ‘leuk’ weten we haar niet te ontlokken. En de vraag ‘wat hebben jullie vandaag gedaan?’, beantwoordt ze steevast met ‘Weet niet’. Dit is het begin. Jade krijgt nu haar eigen wereld los van ons. En deze sentimentele papa moet daar nog wel heel erg aan wennen….
.