maandag 8 oktober 2007

HELP, mijn kind gaat naar school! (vervolg)

.

De overstap van Jade naar de basisschool houdt ons gezinnetje nogal bezig. Onvoorstelbaar hoe zo’n school en de hele gemeenschap die daarmee verbonden is in zo’n korte tijd ineens zo’n centrale rol is gaan spelen in ons leven. Wat-niemand-ons-ooit-verteld-heeft-over-het-hebben-van-kinderen deel 37! Natuurlijk, voor Jade is het een enorme stap, dat vermoedden wíj ook wel. Maar dat dat hele sociale gebeuren eromheen ook zo’n impact op ons zou hebben!
Vanochtend kwam Judith terug van Jade naar school brengen en rapporteerde aan mij tijdens het – uitgestelde- ontbijt:
“Die ouders van Thijmen stortten zich vandaag echt weer op Luna en haar moeder. Ze doen net of het hún kind is, volgens mij spelen die elke dag met elkaar. En mij gunnen ze ondertussen geen enkele blik waardig lijkt het wel. En ik zag dat die moeder van Floris ook een tweede kind heeft, die ik volgens mij wel eens op de crèche bij Mara heb gezien. Misschien zitten ze wel in dezelfde groep daar. Want zij leek ook die mooie Thaise moeder te kennen, en die heeft ook haar tweede kind, Dylan heet die geloof ik bij Mara op de groep. Het leek me nog leuk haar aan te spreken, maar bij het weggaan was ze weer dikke maatjes met die twee papa’s van Thijmen en Luna.”
Ik zit ondertussen watertandend te genieten van al deze nieuwe informatie en probeer mijn sociale kaart van Jade’s klas verder compleet te maken. Als ik Jade ’s middags ophaal kan ik bij terugkomst mijn observaties weer terug rapporteren aan Judith:
“Die vader van Thijmen kwam inderdaad nu in driedelig zwart opdraven, maar ik heb nog wel aardig met hem gekletst. En die moeder van Thijs is inderdaad de partner van Jeroen die bij jou in de oudercommissie zit. Ze kwam Thijs ophalen, en ik hielp haar nog de buggy tillen die trap daar op, toen er vervolgens spontaan een wiel vanaf viel. Ik heb haar verteld dat ze onze oude buggy wel mag hebben. Ze leek me erg sympathiek. En ze was inderdaad lange tijd erg ziek geweest. Op de terugweg wilde ik haar nog wat vragen daarover maar toen reed ze terug met de moeder van Joek, die schijnt ook in ons buurtje te wonen, bij de grote speeltuin. Volgens mij spelen die jongetjes vaak bij elkaar thuis. Met nog zo’n jongetje, die vaak opgehaald wordt door z’n opa, weet je wel, die in die paarse jas, met een baardje, is dat Owen of ….”
Elke dag krijgen we zo weer nieuwe puzzelstukjes in de hand die we gretig verzamelen en aaneenpassen, ons ondertussen afvragend of het beeld dat ontstaat ons ook bevalt. En waar wij in die puzzel passen of willen staan! Want geheel makkelijk en soepel gaat dat nog niet. Had ik die moeder van Bob nu al een keer een hand gegeven, en hoe heette die vader ook al weer? Fietst zij nu met die andere vader naar huis? Zou ze hem leuker vinden of kennen ze elkaar al? Zal ik maar gewoon naar huis lopen of een beetje drentelen en kijken of er nog iemand is met wie ik kan ‘socializen’? Dit is ons dagelijkse ritueel, nu 4 dagen in de week. Waar ons leven zich tot voor twee maanden vooral concentreerde rond ons viertjes met af en toe een leuk uitje of bezoek, voel ik ons nu meer en meer deel worden van een buurt en gemeenschap. Met allerlei verbindingen en relaties die de dag en de week aaneenrijgen. Leuk, maar ook spannend, want we moeten ineens weer een beetje onze plek en positie in dit grotere geheel vinden. ‘Horen we er wel bij?’. ’t Is net of we zelf weer in de brugklas zitten!

Geen opmerkingen: